‘Ik zou weleens de Apple van de houten woningen willen neerzetten’
De bouwwereld is behoorlijk traditioneel en veranderingen gaan langzaam. Dat geldt niet voor Johan Liebregts. De ruimdenkende directeur van Rezidenz droomt ervan om dingen hélemaal anders te doen. En als het aan hem ligt, blijft het niet bij dromen.
“Iedereen is bezig met duurzaamheid”, start Johan. “Het is een containerbegrip geworden. Maar wat is het nu eigenlijk? Voor mij is een gebouw dat emissieloos en met de modernste technieken is gebouwd niet per se het toppunt van duurzaamheid. Een gebouw dat al honderden jaren meegaat en waarin het fijn wonen en werken is, dát vind ik duurzaam. Wat je nu hoort is dat we af moeten van stenen gebouwen en moeten overstappen op biobased materialen. Dat snap ik en daar sta ik ook zeker positief tegenover, maar je moet niet vergeten dat stenen gebouwen echt lang meegaan. Je moet dus het totaalplaatje bezien.”
Verschil tussen willen en kunnen
Niettemin is Johan een voorstander van bouwen met hernieuwbare grondstoffen. “De bouw is echter heel traditioneel en conservatief”, stelt hij. “Maar we moeten veranderen, want onze bouwstoffen zijn eindig. De bouw heeft zijn processen geoptimaliseerd op basis van de traditionele, eindige bouwproducten. De marges van deze traditionele bouwproducten zijn dun, maar met de grote aantallen die worden afgenomen, toch rendabel. Nieuwe producten kennen die aantallen niet en zijn daarom veel duurder. Dan wordt vaak toch gekozen voor de ‘goedkoopste’ oplossing. Dus om daar beweging in te krijgen, moet je een behoorlijk lange adem hebben.”
“Ik had verwacht dat tijdens de crisis van 2008-2015 de bouw meer gebruik zou gaan maken van techniek en innovatie zoals robotisering, maar juist toen werd gekeken naar de bekende, goedkoopste en daarmee traditionele oplossingen. De wil om te veranderen is er misschien wel, maar er is een disbalans tussen willen en kunnen.”
Dat heeft overigens ook met de initiële kosten te maken, denkt Johan. “Om bijvoorbeeld een grootschalige overstap op prefab rendabel te maken, moet je een enorm bedrag investeren. Dat is alleen haalbaar als je op grote schaal dezelfde woningen kan neerzetten. In de industrie kun je vraag en aanbod relatief goed inschalen en makkelijker opschalen, maar als aannemer of ontwikkelaar niet. Je kunt niet van de ene op de andere dag jaarlijks duizenden vergelijkbare woningen realiseren om de investering terug te verdienen. Daardoor is het voor veel bedrijven misschien wel noodzakelijk om volgens de vertrouwde manier te blijven bouwen.”
Biobased bouwen
Johan maakt er geen geheim van dat hij best eens iets spannenders zou willen maken. Bijvoorbeeld met hout en biobased materialen. “De voordelen daarvan zijn evident. De grondstoffen zijn regeneratief en daardoor is het minder belastend voor het milieu als je na vijftig jaar delen vervangt of afbreekt. Maar je wilt natuurlijk wel aan bepaalde kwaliteitseisen voldoen. Neem hout: dat was vroeger gevoelig voor allerlei aantastingen door dieren en schimmels. En hout werkt, waardoor het lastiger was maatvast te bouwen. Daardoor is hout wellicht een periode minder in beeld geweest als constructiemateriaal. Met nieuwe bewerkingstechnieken is dat te voorkomen en is hout bezig met een opmars, maar de tijd zal het leren of we alles overzien.”
De Eerselnaar staat er naar eigen zeggen zeker voor open om een vernieuwend en verfrissend project neer te zetten. “We hebben daar weleens over gesproken met BanBouw en Arcon. Een soort brainstormsessie met als doel: welke eigenschappen van hout kunnen we aanvullend benutten om een gave houten woning te realiseren. Een gave woning qua design, maar ook qua comfort en functionaliteit. Een beetje zoals Apple. Ik zou best weleens de Apple van de houten woningen willen ontwikkelen en realiseren. Hout geeft al snel voor veel mensen een goed gevoel en heeft ook functioneel andere eigenschappen dan beton. In de brainstormsessie werd echter al snel de vergelijking getrokken tussen een traditionele woning met dito plattegrond en materialen om die in hout uit te voeren. De traditionele gedachte, maar in mijn beleving niet de sleutel tot verandering. Laat de standaard over aan de partijen die prefabriceren en zorg ervoor dat wij verandering op andere fronten introduceren.”
Installaties in het zicht
Hoe zo’n woning eruit moet zien, heeft Johan al deels in zijn hoofd. “Begin met een houten casco bouw, zeg maar het frame, en plaats alle installaties gewoon in het zicht en vermeng zo weinig mogelijk verschillende materialen met elkaar. Je creëert zo een stoere en authentieke hout- én industriële look. En omdat zo’n woning modulair is geconstrueerd, kun je ‘m daarna makkelijker afbreken en bouwmaterialen hergebruiken. Dat is een veel bewustere vorm van bouwen en ook nog veel flexibeler voor huidige en toekomstige bewoners. We zetten dan nog een stap extra in het kader van duurzaamheid en flexibiliteit. Maar dat vraagt ook van de kopers een minder traditionele denkwijze. Ook zij zullen de voordelen ervan in moeten zien en idealiter zou het goedkoper moeten zijn. Mocht een koper het echt niet willen, dan moet je wel zo flexibel zijn om de installaties alsnog weg te werken met bijvoorbeeld een gipsplaten voorzetwand of plafond.”
Volgende stap zetten
Wat zijn de houtbouwambities? “We zijn met een groot centrumplan bezig in Waalwijk. Hierbij worden appartementen bovenop een supermarkt gebouwd. Hout is veel lichter dan steen, staal en beton, dus het is een uitgelezen kans om hier met houtbouw aan de slag te gaan. Of dat gaat gebeuren? Aan Rezidenz zal het niet liggen. Als we het financieel en met alle betrokken partijen geregeld krijgen, dan gaan we ervoor!”